Van vlekkenkaart naar dataproduct: bouwen aan een datagedreven hubstrategie
MRA-platform Smart Mobility wil met behulp van data en digitaliseren bouwen aan duurzame en robuuste mobiliteit in de MRA. Zo ontstond het idee voor een vlekkenkaart – een kaart die in één oogopslag laat zien waar mobiliteitshubs kansrijk zijn. Al gauw bleek dat de praktijk meer wenst dan alleen een kaart. Daarom werken Hidde van der Maas en Michiel Prak nu stapsgewijs aan een dataproduct dat als basis kan dienen voor een gedeelde hubstrategie in de MRA.
‘Denk hierbij aan een standaard dataset én een analysetool waarmee we mogelijke hubscenario’s kunnen doorrekenen en inzichtelijk maken’, legt Hidde van der Maas uit. Als strategisch adviseur Hubs en Toekomstbestendige Mobiliteit besloot hij afgelopen jaar al om samen met Michiel Prak – expert Data en Digitalisering – te starten met een datagedreven verkenning naar locaties met hubpotentie. Daar schreven we toen dit artikel over. Daar kwamen enkele reacties op, maar het leverde nog niet het gewenste resultaat: een opdracht om dit onderwerp in de volle breedte en op basis van data te onderzoeken. Hidde: ‘We merken dat het onderwerp leeft bij mensen, maar veel hebben behoefte aan iets tastbaars. Denk aan een analysetool waarmee ze mogelijke hubscenario’s kunnen doorrekenen. Zoiets is er nog niet. De invulling van zo’n tool willen we met andere partijen samen oppakken.’
Het uitgangspunt hierbij is het verzamelen en structureren van data – over bijvoorbeeld bereikbaarheid, vervoersstromen, doelgroepen, etc. – om een robuuste dataset te vormen die als fundament dient voor de hubstrategie. ‘Voordat we locaties aanwijzen, willen we idealiter eerst die data verzamelen’, vult Michiel aan. ‘Op basis van die data kun je vervolgens analyseren welke locaties kansrijk zijn voor dergelijke mobiliteitshubs én wat er op die locaties nodig is. Vervolgens selecteer je de locaties waarmee je een dekkend hubnetwerk kunt bouwen.’
Weerbarstige praktijk
Dat klinkt logisch, maar de praktijk blijkt weerbarstiger. Veel gemeenten vinden de stap te groot om die in zijn geheel op te pakken. Zij willen eerst het eindproduct zien voordat ze uren of geld kunnen vrijmaken. Ook zijn er binnen gemeenten vaak al diverse locaties aangewezen met een hubbestemming. Hidde: ‘We zouden liever zien dat ze meteen kijken naar wat data zegt over geschikte locaties op de schaal van een netwerk. Dan is de opdracht weliswaar groter, maar het resultaat wel veel sterker.’
‘Als gemeenten meteen op de schaal van een netwerk kijken, dan is de opdracht weliswaar groter, maar het resultaat wel veel sterker.’
Opdracht omdraaien
Om toch van start te kunnen draaien Hidde en Michiel hun activiteiten nu om: in plaats van direct een volledig netwerk te ontwerpen, kiezen ze nu voor een meer iteratieve benadering. Ze starten met een aantal aangewezen locaties en kijken op basis van de data-analyse welke verdere ontwikkelingen daar gepast zijn. En zo stap-voor-stap de analysetool verder ontwikkelen en het inzicht in het netwerk opbouwen. Daarbij letten ze op zaken als parkeerdruk, bereikbaarheid en bewonersprofielen.
Provincie Noord-Holland
Vanuit Provincie Noord-Holland is er onlangs geld beschikbaar gesteld om een bestaande P&R-locatie bij Muiden te analyseren op basis van data. Hidde: ‘Daar zijn we nu concreet aan de slag. Het is de eerste stap…’ Omdat één locatie nog geen netwerk vormt, stelden de heren aan Provincie Noord-Holland voor om op basis van deze aanpak ook een aantal potentiële hublocaties binnen de provincie te onderzoeken. Michiel: ‘In plaats van in één klap totaaloverzicht creëren, werken we aan kleine iteratieve opdrachten die ons verder brengen en waarmee we mogelijk meer partijen kunnen betrekken. Om uiteindelijk tot een volledig resultaat te komen. We bespreken binnenkort dit voorstel bij de provincie.’
Volledig potentieel benutten
Om het volledige potentieel van de vlekkenkaart te benutten, is regionale samenwerking cruciaal. ‘Mobiliteit stopt immers niet bij gemeentegrenzen,’ benadrukt Hidde. ‘We moeten als gemeenten en provincies samen optrekken om een dekkend netwerk te realiseren. Op basis van dezelfde data goed onderbouwde en vergelijkbare keuzes maken. Maar dat vereist goede en uniforme data en een gedeeld platform. Het project met Noord-Holland is een startpunt. Als daar goede resultaten uitkomen, dan kunnen we het model verder uitrollen en haken wellicht ook andere organisaties aan.’
‘We moeten als gemeenten en provincies samen optrekken om een dekkend netwerk te realiseren.’
Wie gaat het doen?
Wie de verantwoordelijkheid krijgt voor het beheer van zo’n centrale dataset en analysetool is een belangrijke vervolgvraag. Michiel: ‘Iemand moet alle verzamelde data op een centrale plek bewaren en beheren, net als de ontwikkelde tooling. Het MRA-platform Smart Mobility heeft de ontwikkeling gefaciliteerd, maar voor structureel beheer en doorontwikkeling hebben we een stabiele organisatie nodig met voldoende middelen. Bij voorkeur een regionale uitvoeringsorganisatie die over de provincie- en gemeentegrenzen heen kijkt. Dan krijgen we het beste resultaat voor iedereen.’